Vanaf kinds af aan wordt je geleerd hoe je je moet gedragen. Je leert om een braaf kind te zijn. Lieve en brave kinderen krijgen een schouderklopje en een kus. Je leert wat je moet doen om je ouders tevreden te houden. Je leert wanneer je je mond moet houden op school en wanneer je hem juist moet opentrekken om de juf blij te maken. Je leert dat je aardig moet zijn om vriendjes te maken. Natuurlijk uiterst belangrijke sociale vaardigheden. Stel je voor dat je niets van dat alles had geleerd.
In mijn adolescentie merkte ik op dat ik nog steeds op deze manier functioneerde. En functioneer. Ik probeer mijn partner tevreden te houden. Ik wil dat mijn collega’s blij zijn met mijn inzet. Ik wil dat mijn studenten mij aardig vinden, maar vooral ook nuttig en zinvol. Ik wil dat mijn baas lovend over mij is. Mijn vriendinnen moeten mij aardig vinden. Ik deed, en doe, nog steeds dingen om ervoor te zorgen dat ik niemand zou teleurstellen. Ik haalde mijn zelfbeeld vooral uit externe bevestigingen. Als mensen maar tevreden over mij zijn, doe ik er toe. Als ik mensen niet teleurstel, ben ik een goed mens.
Onze maatschappij is gestoeld op sterke overtuigingen over hoe je je leven moet leiden. Noem ons een vrij land, toch hebben we overal een mening over. Je moet je best doen op school, je moet studeren, je moet daarna een partner vinden, samenwonen, trouwen en kinderen krijgen. Je moet hard werken voor je geld, want anders ben je een niets nut. Bovendien wie betaald anders je pensioen? Je moet een bijdrage leveren en zorgen dat je zinvol bent. Je doet je best om een goede indruk achter te laten op het werk en bij je baas, want je moet wel blijven groeien. Je moet je sociale verplichtingen nakomen, want anders ben je asociaal. Je moet je huis altijd opgeruimd en netjes hebben, want anders ben je een zwijn. Je moet je netjes kleden en douchen, want idem dito.
En ik hoor je denken: ‘natuurlijk wil je dat alles’. Als mens wil je het goed doen. Je wilt mee doen. Je wilt erbij horen. Je doet je stinkende best om op alle vlakken te voelen en te horen dat je er mag zijn. Dat je belangrijk bent. Anderen zijn een continue toevoer van complimenten, waardering en liefde. Want wie zijn wij zonder?
Ik was, en ben, er met periodes helemaal schijt ziek van kan ik je zeggen. Ik heb de neiging om overal tegen aan te trappen. Rebels te zijn. Want ik zou toch wel zelf bepalen wat voor mij belangrijk is? Ik laat toch niet anderen bepalen dat ik waardevol ben? Ik laat toch niet mijn eigenwaarde afhangen van externe omstandigheden?
Maar ook ik hing, en hang soms, enorm aan de bevestigingen van anderen. Doodsbang om net als dat meisje van vroeger, te voelen dat je iemand teleurstelt. Dat iemand zegt: “Manon, wat ben je toch ook ….(vul maar in)… Of erger, dat ze het over je denken. Slecht over je denken. Teleurstellend over je denken.
Langzaam heb ik deze externe bevestigingen steeds meer leren loslaten. Leren ja, want dit was en is nog steeds een heel proces.
Ik ben gaan kijken in mijn rugzak: wat zit daar allemaal in voor aangeleerde overtuigingen, die eigenlijk helemaal niet van mij zijn? Welke normen en waarden heb ik vanuit mijn jeugd meegenomen, die helemaal niet bij mij passen? Aan welke gedragingen doe ik onbewust mee, omdat ik dacht dat het “zo hoorde”.
En weetje. Daar zat, en zit, super veel bullshit in. In die rugzak van mij.
· Ik heb geleerd dat mijn huis niet altijd schoon en netjes hoeft te zijn. Ook niet als er bezoek komt. Omdat ik niet de perfect huisvrouw ben en ik andere prioriteiten stel voor mijn tijd. Ik heb een aantal schoonmaak regels en die zijn voor mij belangrijk. Ik hoef niet de Mevrouw spik-en-span te zijn om te weten dat ik er wel toe doe.
· Ik heb geleerd dat ik niet een “normale-standaard-maatschappelijk-gestimuleerde-en-geaccepteerde-monogame-relatie-vorm” hoef te hebben, om geliefd te zijn. Ik hoef niet daaraan mee te doen. Ik heb geleerd dat ik niet hoef te gaan samenwonen na 1 jaar samenzijn, omdat de maatschappij dit van mij verwacht. Omdat ik al 28 ben. Ik heb geleerd dat mijn vriend niet mee hoeft naar alle familie aangelegenheden, omdat dat zo hoort. Ik hoef niet Mevrouw ze-heeft-alle-schaapjes-op-het-droge te zijn om te weten dat geliefd ben. Dat mijn vriend oneindig van mij houdt en ik van hem.
· Ik heb geleerd dat ik niet altijd geordend, gestructureerd en gepland hoeft te leven om te voelen dat mijn leven zin- en betekenisvol is. Ik wil niet oneindig veel vooruit plannen. Alles vastleggen om zekerheid te voelen. Om dag invulling te hebben. Om van activiteit naar activiteit te leven. Ik hecht waarde aan mijn vrijheid om te kunnen kiezen. Om te kunnen voelen waar ik behoefte aan heb in het moment. Om te kunnen anticiperen op mijn dag en mijn stemming. Om ruimte te maken om te kunnen zijn. Ik hoef geen volle agenda om te weten dat ik ertoe doe en zinvol ben.
· Ik leer dat ik niet altijd hoef te people pleasen. Dat ik niet altijd begripvol en liefdevol hoef te zijn om aardig gevonden te worden. Ik leer om steeds vaker mijn waarheid te mogen zeggen. Ook tegen mijn vriendinnen. Ook als ze dit niet leuk vinden om te horen. Dit vind ik nog steeds rete moeilijk. Maar ik wil het doen. Ik wil het beter leren doen, omdat ik leven vanuit mijn authentieke ziel belangrijker vind dan koste wat het kost, aardig gevonden te worden. Dat ik het belangrijker vindt dat mijn vriendinnen weten wie ik écht ben en wat ze aan mij hebben.
· Ik heb geleerd dat ik niet altijd alles hoef te doen, omdat het wordt verwacht. Ik heb geleerd om “nee, ik heb even geen zin” te zeggen. Ik heb geleerd om “nee, ik heb even tijd voor mijzelf nodig” te zeggen. Ik heb geleerd dat dit mag, omdat het niet gaat over de andere persoon. Ik heb geleerd dat ik dan ook anderen kan teleurstellen. Maar ik heb ook geleerd dat dat niet onoverkomelijk is en dat dat wel de meest pure vorm van relaties onderhouden is. Omdat ik nooit met tegenzin bij je zal zijn, maar altijd met veel liefde en alle tijd en aandacht voor je zal hebben.
· Ik heb geleerd dat ik niet perfectionistisch hoef te zijn om te voorkomen dat ik faal. Ik heb geleerd dat ik mag falen en dat dit mijn grootste leermomenten zijn. Ik heb geleerd dat ik in mijn werk mag improviseren en speels mag zijn, omdat dit mijn werk leuk maakt. Ik heb geleerd dat ik hele domme dingen mag en kan zeggen en dat dat niets te maken heeft met mijn professionaliteit of mijn passie voor mijn werk. Ik hoef mij niet anders voor te doen om weten te weten dat ik mijn werk goed doe. Dat ik wel goed genoeg ben.
Dat ik precies genoeg ben. Precies zoals ik nu ben.
En heel langzaam, na iedere transformatie die ik doorga, voel ik mij vrijer. Elke keer neem ik afscheid van een overtuiging of een patroon die niet bij mijn leven past. Iedere keer dat ik afscheid neem van een overtuiging of patroon zeg ik “nee” tegen mensen, tegen de maatschappij, tegen het gebruikelijke en tegen normaal. En dat voelt toch als verraad. Alsof ik een enorm risico neem. Mét de kans om mensen teleur te stellen. Mét de kans op afwijzingen. Mét de kans op scheve gezichten. Dat is toch shit weetje… MAAR… terwijl ik deze nee zeg, zeg ik altijd “JA”, tegen mijn authentieke zelf. Ik zeg JA, tegen de kreten van mijn ziel. Ik zeg JA, tegen alles wat ik ben en wil zijn. Ik zeg JA tegen innerlijke vrijheid. Vrijheid van verwachtingen, van eisen, van regels, van richtlijnen, van standaarden, van overtuigingen, van beperkingen en dát, dát is zó bevrijdend. Leven vanuit mijn eigen unieke ik en AJU roepen tegen alles wat men wil dat ik ben.
Op dit moment ben ik druk om weer een nieuwe overtuiging plus bijbehorende gedraging keihard uit mijn rugzak te bonjouren. En iedere keer wordt mijn rugzak lichter. En iedere keer wordt mijn leven vrijer. En als ik later 80 jaar oud ben en ik kijk terug naar mijn 28 jarige zelf dan hoop ik dat ik denk:
“Damn. Dat meisje had lef. Die had moed. Die deinsde niet terug voor een mogelijke afwijzing. Die doorvoelde haar angst. Nam angst onder de arm en die streed voor haar vrijheid. Die keek haar duivels recht in de ogen aan en trapte ze zo, het universum in. Die meid werd steeds liefdevoller en accepterender richting zichzelf en daarmee ook richting anderen. Dat meisje transformeerde in pure liefde. Liefde voor haarzelf en daarmee liefde voor anderen. Dat meisje was vrij. Damn, dat meisje, dat ben ik nog steeds”.
Reactie plaatsen
Reacties